Lionel Estève
09 Nov - 22 Dec 2006
LIONEL ESTÈVE
Ce pourrait être un hommage à toutes les formes urbaines que nous rencontrons, une acceptation de ce flot de décisions graphiques qui nous entourent, de ces matières qui se glissent dans notre vie. Ainsi mettre à profit ces sacs plastiques, ces emballages, ces bouts de ficelle, de papiers, ces détritus..., et les traiter avec délicatesse, soin, patience, pour en faire de petits collages coincés entre deux plaques de verre : des diapositives. C’est un travail un peu à l’aveugle parce qu’on ne se rendra compte du résultat qu’après coup, là il manque la lumière qui traverse la matière et détermine la taille de l’agrandissement. Ces diapositives sont par la suite placées dans des carrousels : « Le chat qui mange », « No », « Curieuse ombre », « Plastic bag/american painting ».
Donc d’un côté des collages de matériaux réels, tangibles que la lumière traverse pour devenir en face, sur un mur, une image aussi immatérielle qu’un reflet. Cette matière agrandie cent fois, ces images projetées clignotent comme les néons des enseignes lumineuses – une partie pour un tout – et c’est comme un engrenage qui anime tout l’espace, un flot continu d’informations et de couleurs toujours différent et toujours le même.
Ces cinq rondes de collages-diapositives défilent chacune à son propre rythme de sorte que les mêmes images ne cohabitent jamais et que ce lieu devienne toujours un autre.
Lionel Estève, octobre 2006.
.
Het zou een hommage kunnen zijn aan alle stadsvormen die we ontmoeten, een aanvaarding van die stroom grafische beslissingen die ons omringen, van die stoffen die ons leven binnenglijden. En zo die plastic zakken, die verpakkingen, die stukjes touw, papiertjes, dat afval... benutten en met zachtheid, zorg, geduld behandelen, om er kleine collages van te maken die tussen twee glazen platen geperst worden: dia’s. Het is een beetje blind werken omdat je het resultaat pas achteraf kan aanschouwen, want aanvankelijk ontbreekt het licht door de materie dringt, en ook de schaal van de vergroting. Deze dia’s worden vervolgens in carrousels geplaatst: “Le chat qui mange”, “No”, “Curieuse ombre”, “Plastic bag/american painting”.
Dus enerzijds collages van reële, tastbare materialen die het licht doorboort om aan de overkant, op een muur, een beeld te worden dat even immaterieel is als een weerspiegeling. Deze honderd maal uitvergrote materie, deze geprojecteerde beelden knipperen als de neonlampjes van lichtreclames – waar alle deeltjes een geheel vormen – en het is als een raderwerk dat de hele ruimte leven inblaast, een continue stroom van informatie en kleuren, steeds verschillend en steeds hetzelfde.
Deze vijf reeksen collages-dia’s worden elk op hun eigen ritme geprojecteerd zodat dezelfde beelden nooit samenkomen en deze plek steeds anders wordt.
Lionel Estève, oktober 2006.
Ce pourrait être un hommage à toutes les formes urbaines que nous rencontrons, une acceptation de ce flot de décisions graphiques qui nous entourent, de ces matières qui se glissent dans notre vie. Ainsi mettre à profit ces sacs plastiques, ces emballages, ces bouts de ficelle, de papiers, ces détritus..., et les traiter avec délicatesse, soin, patience, pour en faire de petits collages coincés entre deux plaques de verre : des diapositives. C’est un travail un peu à l’aveugle parce qu’on ne se rendra compte du résultat qu’après coup, là il manque la lumière qui traverse la matière et détermine la taille de l’agrandissement. Ces diapositives sont par la suite placées dans des carrousels : « Le chat qui mange », « No », « Curieuse ombre », « Plastic bag/american painting ».
Donc d’un côté des collages de matériaux réels, tangibles que la lumière traverse pour devenir en face, sur un mur, une image aussi immatérielle qu’un reflet. Cette matière agrandie cent fois, ces images projetées clignotent comme les néons des enseignes lumineuses – une partie pour un tout – et c’est comme un engrenage qui anime tout l’espace, un flot continu d’informations et de couleurs toujours différent et toujours le même.
Ces cinq rondes de collages-diapositives défilent chacune à son propre rythme de sorte que les mêmes images ne cohabitent jamais et que ce lieu devienne toujours un autre.
Lionel Estève, octobre 2006.
.
Het zou een hommage kunnen zijn aan alle stadsvormen die we ontmoeten, een aanvaarding van die stroom grafische beslissingen die ons omringen, van die stoffen die ons leven binnenglijden. En zo die plastic zakken, die verpakkingen, die stukjes touw, papiertjes, dat afval... benutten en met zachtheid, zorg, geduld behandelen, om er kleine collages van te maken die tussen twee glazen platen geperst worden: dia’s. Het is een beetje blind werken omdat je het resultaat pas achteraf kan aanschouwen, want aanvankelijk ontbreekt het licht door de materie dringt, en ook de schaal van de vergroting. Deze dia’s worden vervolgens in carrousels geplaatst: “Le chat qui mange”, “No”, “Curieuse ombre”, “Plastic bag/american painting”.
Dus enerzijds collages van reële, tastbare materialen die het licht doorboort om aan de overkant, op een muur, een beeld te worden dat even immaterieel is als een weerspiegeling. Deze honderd maal uitvergrote materie, deze geprojecteerde beelden knipperen als de neonlampjes van lichtreclames – waar alle deeltjes een geheel vormen – en het is als een raderwerk dat de hele ruimte leven inblaast, een continue stroom van informatie en kleuren, steeds verschillend en steeds hetzelfde.
Deze vijf reeksen collages-dia’s worden elk op hun eigen ritme geprojecteerd zodat dezelfde beelden nooit samenkomen en deze plek steeds anders wordt.
Lionel Estève, oktober 2006.